Direct aanmelden!

Ik werkte tot 3 jaar geleden in een gebied waar veel buitenlandse mensen wonen, meestal met complete families in 1 straat of wijk, van baby’s tot oude oma’s die nog geen woord Nederland spreken. Behalve geen Nederlands sprekende baby’s en oma’s, ontbrak het de moeders zelf ook vaak aan Nederlandse woordenschat. Ik heb daar met mijn handen en mijn gezicht leren praten. Hele gesprekken heb ik zo gevoerd, ik zou het goed doen in een spelletje Hints.

Deze buitenlandse mensen hechten veel waarde aan zorgen voor familieleden en zo herinner ik me nog goed dat ik, nadat ik zelf net getrouwd was, gebeld werd door de oom van een zwangere klant. Hij was hoorbaar ongerust over zijn nichtje, die 34 weken zwanger was. Daar kwam ik al snel achter, omdat deze meneer een stortvloed van niet ter zaken doende informatie over mij heen tetterde en vervolgens door ging met dreigen dat als ik niet kwam er van alles mis zou gaan. Nu neem ik mijn vak serieus, maar ik had ondertussen al goed geleerd; de verloskunde gaat waarheen zij wil en wij mensen hebben slechts te volgen. Echter deze meneer dacht daar anders over. Je moet nu iets doen, anders gaat het mis. Het nichtje kon niet zelf aan de telefoon komen, ze sprak geen Nederlands.

Afijn, mijn kersverse echtgenoot hoorde deze meneer bijna door mijn diensttelefoon heen komen en hij voelde zich zelfs bedreigd, dus hij zei resoluut; ‘Moet je naar die mensen toe? Dan ga ik mee en wacht ik in de auto.’ Zo gezegd zo gedaan en zo reden we richting dreigende oom en zwanger nichtje. In de auto voor de flat spraken mijn man en ik een code af. Ik zou zijn telefoon 1x over laten gaan als de situatie onder controle was om hem gerust te stellen, hij zou mij na 20 minuten bellen om te horen hoe lang het nog zou duren als ik nog niet terug was.

Ik besteeg de 8 trappen naar boven met mijn visitetas en diensttelefoon onder mijn arm. Onderweg kwam ik een paar giechelende jongetjes tegen. De gedachte dat ze waarschijnlijk net tegen een trapleuning hadden staan piesen schoot bij me te binnen, gezien de odeur die me tegemoet kwam. Een bijzaak, ik klom verder. Zonder iets aan te raken uiteraard.

De deur zwaaide open en daar stond oom met in zijn kielzog de jongedame waar het om te doen was. Pijn? Was mijn eerste vraag aan haar, terwijl ik mijn gezicht vertrok en naar mijn buik greep. Ze schudde van nee. Bloed? Was mijn tweede vraag, terwijl ik een vloed vanuit de onderkant uitbeeldde. Weer een nee. Oke, dat gevaar geweken. Ik richtte mij naar de oom en keek hem vragend aan… Wat is het probleem precies?

Hij hakkelde en struikelde over woorden, maar maakte me duidelijk dat er sprake was geweest van vochtverlies en het nichtje was erg geschrokken. Ze was bang dat haar vliezen gebroken waren. Ik onderzocht haar en moest concluderen dat er sprake was van urineverlies. Voor de compleetheid mat ik haar bloeddruk en luisterden we allemaal naar de vrolijke harttonen. Ik schreef alles op en probeerde uit te leggen dat het medisch gezien allemaal in orde was, liet een telefoonnummer achter van een goede bekkenbodemtherapeut (hoewel de kans klein was dat daar gebruik van zou maken) en zei met een grote lach op mijn gezicht: Geen zorgen!

Sjoet, helemaal vergeten mijn man te seinen, mijn telefoon ging over:

‘Moet ik de politie al bellen, geen bedreigingen? Ik kom er nu aan hor als het moet, waarom duurt je telefoontje zo lang en nog meer vragen en angsten hoorde ik aan. Neehor liefje, alles onder controle. Ik kom er aan… En toen bedacht ik me; mijn man voelde zich precies als deze oom. Zeer bezorgd over een vrouwelijke geliefde en eerlijk is eerlijk; zeer terecht!!